SV | Alle ding [wedervaart hun], gelijk aan alle [anderen]; enerlei wedervaart den rechtvaardige en den goddeloze, den goede en den reine, als den onreine; zo dien, die offert, als dien, die niet offert; gelijk den goede, alzo [ook] den zondaar, dien, die zweert, gelijk dien, die den eed vreest. |
WLC | הַכֹּ֞ל כַּאֲשֶׁ֣ר לַכֹּ֗ל מִקְרֶ֨ה אֶחָ֜ד לַצַּדִּ֤יק וְלָרָשָׁע֙ לַטֹּוב֙ וְלַטָּהֹ֣ור וְלַטָּמֵ֔א וְלַזֹּבֵ֔חַ וְלַאֲשֶׁ֖ר אֵינֶ֣נּוּ זֹבֵ֑חַ כַּטֹּוב֙ כַּֽחֹטֶ֔א הַנִּשְׁבָּ֕ע כַּאֲשֶׁ֖ר שְׁבוּעָ֥ה יָרֵֽא׃ |
Trans. | hakōl ka’ăšer lakōl miqəreh ’eḥāḏ laṣṣadîq wəlārāšā‘ laṭṭwōḇ wəlaṭṭâwōr wəlaṭṭāmē’ wəlazzōḇēḥa wəla’ăšer ’ênennû zōḇēḥa kaṭṭwōḇ kaḥōṭe’ hannišəbā‘ ka’ăšer šəḇû‘â yārē’: |
Alle ding [wedervaart hun], gelijk aan alle [anderen]; enerlei wedervaart den rechtvaardige en den goddeloze, den goede en den reine, als den onreine; zo dien, die offert, als dien, die niet offert; gelijk den goede, alzo [ook] den zondaar, dien, die zweert, gelijk dien, die den eed vreest.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Alle ding [wedervaart hun], gelijk aan alle [anderen]; enerlei wedervaart den rechtvaardige en den goddeloze, den goede en den reine, als den onreine; zo dien, die offert, als dien, die niet offert; gelijk den goede, alzo [ook] den zondaar, dien, die zweert, gelijk dien, die den eed vreest.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!